Beschaving op Noord

Zij speelden graag op Noord, Wijze Wim en Fred, ‘Fredje’ zoals Wim altijd zo nodig moest zeggen. Hij moest zich zelf eens zien. In zijn spierwitte poloshirt, strak om zijn gezwollen middel. Je kon zo zien waar de navel met zijn ademhaling meedeinde.
Fred kreeg bij het golfen met Wim steeds weer flauwe gedachten. Hij sprak die nooit uit, natuurlijk niet. Zij speelden al 20 jaar met elkaar en hun dames nog veel langer.
Wim plantte zijn Jerommeke-benen links en rechts voor de lijn van de gele afslag. Hij bukte zich, wankelde even, herkreeg zich en drukte met zijn linkerhand het balletje op de T hard de grond in. Op de tast, want zijn bolle buik belette hem het zicht op de T. Vervolgens strekte hij zijn lijf, rolde zijn schouders wat naar achteren, gaf een beetje heup, en, zoals gebruikelijk, kogelde hij  de bal meer dan 200 meter de fairway op.
‘Mooie bal Wim.’
‘Normaal toch,’ was Wims antwoord en het was Freds beurt. Hij nam het balletje uit de rechterzak van zijn geruite plusfour, werkte het T-shot in zijn routine af en legde zijn Callaway 110 meter verderop.
Voor Fred was Noord heel fijn. Wanneer hij daar liep voelde het alsof hij tijd over had. Op 4 streelde het uitzicht op het Reichswald zijn ogen en hart. Wonderschone verten, vond hij.

‘Weet je Wim,  ik geniet er zo waarachtig van hier te lopen waar toch ooit jager-verzamelaars gelopen hebben.’
‘Wie?’
‘Jager-verzamelaars,’ en hij wees op de met mais begroeide akkers van Groesbeek. ‘Daar is landbouw en hier was wilde natuur. Hier, waar wij golfen, hebben die voorouders van ons gejaagd. Dat voel ik ook zo. De mannen, want de vrouwen zullen wel besjes hebben geplukt en verzameld. En toen zijn ze gaan landbouwen.’
‘Wie?’
‘De mannen, denk ik. Ze gingen op een vaste plek wonen en wilden hun spelt en gerst voor zich houden. Ze hebben heggen en hekjes uitgevonden om hun veldje te beschermen. En door die lapjes klei en löss te bezetten hebben ze het bezit uitgevonden. En er een jonge gast met dikke spieren en een speer bij gezet. En zo is onze beschaving begonnen.’

‘Beschaving? Ik geloof er geen bal van. Als die mannen op de moeflons inhakten en de vrouwen besjes plukten, dan hebben die meiden toch de landbouw uitgevonden? Logisch toch? En de mannen de beschaving, want de Groesbekers hebben altijd in de bouw gezeten. En daar begon de geschiedenis. Volgens mij hebben Germaanse archeologen al lang geleden oude bouwwerken van lange rijen stenen nederzettingen ontdekt. En daarop zijn volgens Gelderse antropologen later de tribunes van Achilles, Germania en de Treffers gevestigd.’ En op ‘.. vestigd’ swingde Wim zijn bal hard richting het Moeflonparadijs.
Freds droom raakte aan diggelen. Wim kon wel eens gelijk hebben. Zo zeker was hij niet van de spelt en zo. Hij nam zich voor om extra focus op de bal te houden en ontspannen te spelen. Hij hoefde niet te verliezen, vandaag.
‘Kom op,’ zei hij zachtjes tegen zich zelf. Zo hield hij zijn equal vast tot hole 9. Fred lag er in 5, dichtbij de vlag. Wim had er maar 4 nodig. ‘Glorie voor dikke Wim, of misschien een equal; een equal voor mij’ dacht Fred’. Hij nam zijn putter.

Een backswingetje, een lange naswing richting hole, even nakijken en… zijn Callaway lag erin: 6.

Nu Wim. Wim bukte zich, legde een muntje achter de bal en raapte die op. Hij bekeek het streepje op de bal en richtte dit in een loepzuivere, rechte lijn naar de hole. Hij boog zich voorover, met zijn linkerhand steunend op zijn putter. Hij boog nog wat verder, disbalanceerde, kwam in een val vooruit, struikelde, probeerde zich nog op te vangen maar landde alsnog: met zijn ronde lijf op het gras en met de punt van zijn rechterschoen stevig in de hole. Het balletje rolde de green af. Wim lag op zijn buik, romp- en schoeiselvast.
‘Wat jammer Wim, diskwalificatie. Zal ik je veters even losmaken?’
‘Klets nou niet man,’ antwoordde Wim met zijn rechterwang nog tegen de green gedrukt. ‘Weer eens slecht gestoken die hole, waardeloos.’
Hij rukte in één rolmopsbeweging zijn rechtervoet uit de hole.
Fred voelde de overwinning in zijn maagstreek. Hij gaf er geen woorden aan. Ze verlieten 9 en liepen richting clubhuis: koffietijd. Wim trok met zijn rechterbeen en liep door naar de parkeerplaats. ‘Zoals je al merkte Fredje, ik heb haast en nog veel te doen vandaag.’
Ja, schoenen poetsen, dacht Fred.
In zijn eentje schoof hij aan tafel voor een kop koffie: ‘Waar is Wim?’

‘Wim had haast’.

Arthur Denie         

Copyright © Golfclub Het Rijk van Nijmegen